Mirjam en Micha in de kerkzaal
Mirjam en Micha in de kerkzaal
Twee voorbeelden van Mirjam-en-Micha-verhalen Kinderverhaal 26 maart ‘17 Lezing: Johannes 6, 1 – 15 (wonderbare spijziging) Symbool: ongesneden brood Mirjam en Micha gaan naar oma. Ze moeten haar vijf broodjes brengen. En twee visjes. Daar houdt ze zo van. Als ze langs de grote boom komen, staan daar heel veel mensen om Jezus heen. Job staat vooraan. Hij wil alles kunnen zien. ‘Wat doen al die mensen hier?,’ vraagt Mirjam. ‘Ze zeggen dat Jezus alles kan. Net als God,’ zegt Job met rode wangen. ‘Misschien doet hij wel een wonder!’ Daar is Andreas. Hij is een vriend van Jezus. ‘Jezus wil een feestje geven. Hier en nu. Dat heeft hij net bedacht,’ zegt hij, ‘maar we hebben niks: geen geld, geen eten.’ Hij schudt zijn hoofd. Micha loopt naar Jezus. Hij brengt hem de broodjes en de visjes. ‘Hier, voor jouw feestje,’ zegt hij, ‘en met de groeten van oma.’ Alle mensen mogen zitten. Jezus bidt: ‘Dank je wel, God, voor het brood en de vis. Dank je wel voor alle mensen. Dank je wel dat we samen zijn. Amen.’ Dan zegt hij tegen de mensen: ‘Jullie denken dat God alles kan. Maar het enige dat hij echt kan, is heel veel van jullie houden. Jullie zijn alles voor hem. En dat gaan we vieren. Wees nooit bang om te delen. Wees nooit bang dat er niets van je overblijft. Want jij bent een kind van God. En dat blijft altijd.’ Dan begint Jezus te delen van het brood en van de vis. En iedereen doet mee. Wat een feest! Andreas schudt nog eens zijn hoofd. ‘Jij zou je zelf nog weggeven,’ zegt hij tegen Jezus. ‘Misschien ga ik dat op een dag wel doen,’ zegt Jezus. ‘Alles voor de liefde van God! Alles voor zijn allesjes!’ Daar komen Mirjam en Micha aan met een tas vol lekkers. ‘Allemaal voor oma,’ lacht hij. ‘Er was nog heel veel over van het feest.’ Kinderverhaal 2 april 2017 Lezing: Johannes 8: 46 - 59 Thema: ik ben bij je Symbool: een (plaatje van een) schommel Aan de laagste tak van de grote boom hangt een schommel. ‘Wil je me duwen?’ vraagt Mirjam. ‘Ik kan nog niet zo goed schommelen.’ ‘Natuurlijk’ zegt Jezus. ‘Klim er maar op.’ ‘Duw je me niet te hard?’ vraagt Mirjam. ‘Nee hoor’ zegt Jezus en hij duwt Mirjam zachtjes heen en weer. Het gaat fijn. ‘Ben je er nog?’ vraagt Mirjam. ‘Ik ben er’ zegt Jezus. ‘Maar ik zie je niet’ zegt Mirjam. ‘Ik sta achter je’ zegt Jezus. ‘Geloof me maar, ik ben er.’ ‘Maar wat als ik nou val?’ vraagt Mirjam. ‘Dan ben ik er’ zegt Jezus. ‘En als ik wil remmen?’ ‘Dan ben ik er ook.’ ‘En wat als ik het alleen kan? Blijf jij dan toch hier?’ ‘Ik ben er altijd’ zegt Jezus. ‘En over 100 jaar?’ vraagt Mirjam. ‘Dan ben ik er nog’ zegt Jezus. ‘En 100 jaar geleden ook. Bij jou en bij de kinderen die hier schommelen. Ze zullen me niet altijd zien, omdat ik achter ze sta, maar ik ben er.’ Mirjam steekt haar benen recht vooruit. Als ze weer naar achter gaat, buigt ze ze weer. ‘Ik kan het!’ roept ze. ‘Ik kan het alleen!’ Ze probeert achterom te kijken, maar dat lukt niet zo goed. ‘Ben je er nog?’ roept ze. Ze hoort het ruisen van de bladeren. Ze voelt de wind door haar haren. En voelt ze nou een hand in haar rug? Ze weet het niet zeker. Maar hard gaat ze wel. De verhalen worden doorgaans geschreven door Margeet van der Vliet en Evert Jan Veldman | ||
terug | ||
Coventrygebed weer in De Wonne
04-10-2024
om
13:15 uur
meer details